Pensioen
Er is alleen sprake van een pensioen als de werkgever een toezegging doet aan een werknemer.De regeling komt hiermee direct te vallen onder de PSW: de Pensioen en Spaarfondsen Wet. Let op: de wet schrijft geen pensioenregeling voor. Maar als de werkgever een pensioen toezegt, dan moet de regeling voldoen aan de eisen die de PSW daaraan stelt.
Een werkgever kan meerdere soorten pensioenen toezeggen: een oudedagspensioen, een nabestaandenpensioen, maar ook een arbeidsongeschiktheidspensioen. De PSW geeft vreemd genoeg geen definitie van het pensioenbegrip, maar bepaalt wel dat er sprake moet zijn van periodieke uitkeringen (geen kapitaal ineens). De PSW bepaalt o.a. wat er moet gebeuren bij ontslag en echtscheiding van de werknemer. Een definitie staat in de Wet L.B. (loonbelasting). In het kort komt het erop neer dat een pensioen tot doel moet hebben de verzorging van (gewezen) werknemers bij invaliditeit en ouderdom en de verzorging van hun (gewezen) echtgenoten/partners en niet uit mag gaan boven hetgeen naar maatschappelijke opvatting als redelijk moet worden beschouwd!
Of een toezegging voldoet aan de pensioendefinitie van de Wet L.B. is fiscaal zeer belangrijk De aanspraak op een pensioen is namelijk vrij gesteld van belasting, slechts de uitkeringen worden te zijner tijd belast.
De overheid is de afgelopen jaren druk bezig de pensioenregelingen flexibeler te maken. Er wordt niet meer gesproken over 65 jaar, maar over een richtleeftijd om met pensioen te gaan.
Lijfrenteverzekering
Een lijfrenteverzekering lijkt sterk op een pensioen. Het grote verschil met een pensioen is dat de regeling in privé wordt getroffen en juist niet via een werkgever, zoals bij een pensioen het geval is. Lijfrentes hebben dan ook niets te maken met een pensioenwet (PSW) of de wet “Fiscale behandeling van pensioenen”. De Wet op de inkomstenbelasting bepaalt welke lijfrentes zijn toegestaan en in hoeverre de premie hiervoor in mindering kan worden gebracht op het belastbare inkomen. De looptijd van een lijfrenteverzekering is altijd meerdere jaren, maar het is niet perse noodzakelijk dat er meerdere jaren premie voor betaald wordt.
Ook een éénmalige premie is mogelijk. Deze verzekeringen worden vaak koopsompolissen genoemd. Indien de lijfrente voldoet aan de eisen van de wet inkomstenbelasting, dan is het principe als volgt: de premie (of koopsom) is aftrekbaar voor de belasting, de uitkeringen vormen te zijner tijd belastbaar inkomen. Daarmee lijkt een lijfrente sterk op een pensioen. De belastingheffing vindt ook plaats op het moment van uitkeren en deze uitkering is nooit een kapitaal ineens, maar een periodiek uitkering, net als de AOW (Algemene Ouderdomswet) die ook periodiek wordt uitgekeerd.
Nabestaandenvoorzieningen
Niet leuk, maar wel eens goed om over na te denken is de situatie bij overlijden. Is de partner die achterblijft financieel goed verzorgd, of heeft u hier eigelijk geen idee van? Er zijn vele factoren die bepalen of een extra nabestaandenvoorziening gewenst is en er zijn uiteraard ook meerdere mogelijkheden om dit na te gaan. De beste indruk krijgt u ons inziens als u de volgende gegevens op een rijtje zet:
- Hoeveel bedraagt het huidige netto inkomen van u en uw partner samen?
- Hoeveel bedragen de netto hypotheeklasten?.
- Hoeveel bedraagt uw eigen inkomen?
- Hoe hoog is het nabestaandenpensioen in de pensioenregeling van uw partner (zie pensioenbrief)?
- Heeft u recht op ANW, de Algemene Nabestaanden Wet? Zo ja, hoeveel bedraagt de uitkering?